Voor het eerst hebben NASA-wetenschappers een onzichtbaar energieveld rond de aarde ontdekt, dat een deel van de atmosfeer de ruimte in duwt.
Dit onzichtbare energieveld, een zogenaamd dipool-elektrisch veld, werd gedetecteerd door de suborbitale raket Endurance van NASA.

Wetenschappers opperden 60 jaar geleden al de hypothese dat er een dipool-elektrisch veld bestaat. Men denkt dat dit veld een belangrijke rol speelt voor de aarde, net als het magnetische veld en de zwaartekracht.
Wetenschappers hopen dat ze door het bestuderen van dipool-elektrische velden beter inzicht krijgen in de ontwikkeling en werking van planetaire atmosferen. Deze ontdekking werd op 28 augustus door het onderzoeksteam gepubliceerd in het tijdschrift Nature.
De ultraviolette straling van de zon reageert met atomen in een laag van de atmosfeer van de aarde, de ionosfeer genaamd (die zich 60 tot 300 km boven de grond bevindt), waardoor deze atomen elektronen verliezen en in ionen veranderen. In theorie creëert dit proces een zwak elektrisch veld rond de planeet, dat bestaat in de vorm van een 'poolwind': een stroom deeltjes die vanuit de atmosfeer van de aarde de ruimte in stroomt.
Aanwijzingen voor het bestaan van dergelijke elektrische velden werden voor het eerst in 1968 ontdekt door ruimtesondes die in een baan om de Zuidpool en de Noordpool cirkelden.
Onderzoekers voorspellen dat een deel van de atmosfeer van de aarde in de ruimte verdwijnt, vooral nadat deze door zonlicht is opgewarmd.
Maar poolwinden bevatten koude deeltjes die niet worden opgewarmd, maar toch met een snelheid bewegen die de geluidsbarrière doorbreekt. Er moet dus iets zijn dat deze deeltjes uit de atmosfeer zuigt.
Onderzoekers lanceren de Endurance-raket vanaf een lanceerbasis op Spitsbergen, vlak bij de Noordpool, om de oorsprong van de poolwinden te onderzoeken. De raket werd naar een hoogte van 768,03 km boven de grond gebracht en landde 19 minuten later in de Groenlandse Zee.
Gegevens verzameld door Endurance over een afstand van 518 km lieten spanningsveranderingen zien van 0,55 volt, ongeveer de sterkte van een horlogebatterij. Dit spanningsverschil duwt waterstofionen, de meest voorkomende deeltjes in de zonnewind, met een kracht die 10,6 keer sterker is dan de zwaartekracht. Dat is genoeg om atmosferische deeltjes met supersonische snelheden de ruimte in te slingeren. Het mechanisme is als een transportband die de atmosfeer de ruimte in tilt.