De spitssnuitdolfijnen van Cuvier zijn recordhouders voor het langst onder water kunnen blijven ademen. Ze zijn gebaseerd op de langste duik ooit geregistreerd.
Wetenschappers hebben vastgelegd dat een spitssnuitdolfijn van Cuvier in totaal 3 uur en 42 minuten lang onder water bleef en zijn adem inhield. Het record werd gevestigd tijdens een vijf jaar durend onderzoek onder 23 leden van de soort.

De spitssnuitdolfijnen in het onderzoek hadden een gemiddelde duiktijd van 59 minuten. Slechts 5% van de geobserveerde individuen had een duiktijd van meer dan 1 uur en 17,7 minuten.
Sommige andere zeedieren kunnen hun adem lange tijd inhouden: potvissen bijvoorbeeld ongeveer 1,5 uur. Ook walvissen en zeeolifanten blijven op de tweede plaats: tijdens het duiken kunnen ze hun adem tot wel twee uur inhouden.
Zeezoogdieren kunnen zo lang onder water blijven omdat hun spieren gevuld zijn met een proteïne genaamd myoglobine. Dit proteïne slaat zuurstof op en transporteert het naar de spiercellen. Mensen hebben ook myoglobine, maar de dichtheid ervan is veel lager.
Volgens een onderzoek uit 2012 is de myoglobine van diepzee-zoogdieren positief geladen, waardoor eiwitten elkaar afstoten. Hierdoor blijven ze niet aan elkaar plakken en verstoppen ze de spieren niet.
Onderzoekers denken dat de lange duiktijden van de spitssnuitdolfijnen van Cuvier niet alleen te danken zijn aan myoglobine, maar ook aan hun trage stofwisseling. Dit betekent dat ze niet zo snel zuurstof verbruiken. Walvissen kunnen beter tegen lactaat (een product van celmetabolisme) dat zich ophoopt in de spieren, wanneer ze moeten overschakelen op anaërobe ademhaling.